31 juli - Glacier National Park

31 juli 2010 - Monarch, Canada

 

 

31 juli – Monarch, Alberta

Vanochtend zijn we heel vroeg opgestaan. De wekker stond op 5 uur. We hadden afgesproken om Arie om een uur of 6 op te pikken, dus hadden we de tijd om rustig aan te doen.
Dat liep eventjes iets anders toen bleek dat de reservehuissleutel niet in de garage hing. We gingen namelijk met de truck waar geen huissleutel aan de sleutelbos zat en Leo moest nog even binnen zijn. Eerst zoeken met z’n vieren en toen Jolanda maar uit bed gebeld. Gelukkig had zij er nog een en met een vertraging van zo’n 15 minuten vertrokken we.

Arie zat al in de startblokken, dus Fort McLeod lag al snel achter ons. Om half 8 reden we over de grens (die om 7 uur opengaat…..het hek wordt dan open gedaan!!!!) en we waren wonderbaarlijk snel klaar bij de douane. Normaal moet je uitstappen, papieren invullen, etc. (een half uur bij elkaar) maar deze keer moesten we, in de auto, een paar vragen beantwoorden en werd ons al een fijne dag toegewenst.
Zo kwamen we dus mooi op tijd in St Mary (onze jongens raden het al)……ons adres voor een traditioneel ontbijt. Dit keer geen buffet (dat doen ze niet meer), maar gewoon op een bank rond een tafeltje. Heerlijk!!! Ina een two-egg breakfast met bacon en Henny een Canadian Mountain Man: 2 eieren, bacon, Canadese ham én 2 pancakes (wel gedeeld met Ina hoor!!!).
Na dit heerlijke ontbijt zijn we het park ingereden, hoopvol om vandaag een paar beren te zien.

Bij de Sunrift Gorge zijn we even gestopt om het snelstromende water te zien. Een man vertelde ons dat een stukje verderop een mooie waterval was. Wij dus het bos in, maar op een gegeven ogenblik merkten we dat we steeds verder van de rivier afkwamen. We hoorden hem haast niet meer. Dus terug….en plotseling stak voor ons een hert het pad over. Het maakte een ‘omtrekkende beweging’ door de struiken en kwam achter ons weer op het pad, waar het achteloos verder liep.
Onderweg begon het te regenen, dus maakten we dat we snel bij de truck kwamen.

Op weg naar het visitorcentre (boven aan Logan Pass) kwamen we langs wegwerkzaamheden. De zoveelste keer, want men is overal volop bezig met de weg. Dan wordt gewoon over een aantal kilometers de weg opgebroken en het verkeer stilgelegd en er langs geleid, steeds een richting.
We hoefden niet zo lang te wachten, 10 minuten. Daarna reden we door naar de top, waar het nog steeds goot van de regen. Dus besloten we door te rijden, in de hoop dat het aan de andere kant wellicht wel beter zo zijn.
Helemaal beneden, in het dal, werd het inderdaad beter en zijn we de Trail of the Cedars gaan lopen. Een mooi pad, tussen allemaal cederbomen. Daar ontdekten we een tweetal herten die heerlij in het zonnetje lagen te fourageren.
Na de trail en nog wat stops bij snelstromende rivieren zijn we het Glacier National Park weer uitgereden (aan de Amerikaanse kant) om daar ook wat dingen te gaan bekijken.
O.a. een furtraid zaak (bonthandel), met heel veel indiaanse spullen. Ook zijn we doorgereden naar Kalispel en Whitefish, twee plaatsen kort buiten het park.
Hier hebben we geluncht bij Subway, waarna we weer teruggereden zijn naar het Glacier NP. Ons hoofddoel was namelijk het dorpje West-Glacier, waar ze heerlijke ijsjes hebben.
Dus zodra we daar waren zijn we haast de winkel in gerend waar je die ijsjes kunt kopen.
Leo en Henny waren optimistisch en namen een ‘double scoop’ (in Nederlands vrij vertaald: twee balletjes). Dit leverde heel wat hilariteit op in de winkel en later kwamen mensen naar ons toe om te bedanken dat we het besteld hadden, want dan wisten zij zeker wat ze ‘NIET’ moesten bestellen.
Het ijsje was, laten we het maar zo zeggen:…..quite SAS. (zie foto).
Toen we het buiten op aten hadden we nog bijkijks. Maar Lekker!!!!!!

Ina gaf later aan dat ze zich niet zo lekker voelde. Kramp in haar buik, ‘winderigheid’. Maar verder ging alles goed.
Na ons ijsintermezzo reden we weer verder het park in. We zijn o.a. gestopt bij de plaats waar we jaren geleden met onze kinderen in de snelstromende rivier hebben gezwommen. Dit keer noodde de temperatuur (buiten, 24 gr.C. en ook de watertempera-tuur) ons niet uit om er in te duiken.

Trouwens, we hadden nog steeds geen beer gezien.

Na een paar stops zijn we weer naar boven gereden, de Logan Pass, terug naar het visitorcentre. Van daaraf is er een wandeling mogelijk naar Hidden Lake (verborgen meer). Een meer dat we 2 jaar geleden vanuit de helikopter hebben gezien. Nu leek het ons leuk om daar naartoe te wandelen.
Het was behoorlijk druk bovenaan de pas en het weer was prachtig, dus besloten we de korte wandeling te doen (3 mijl) naar het ‘overviewpoint’.
Onderweg ontdekten we een kudde bighorns (dikhoornschapen), kleine squirls (eekhoorntjes), een marmot (die ruzie had met een kraai), kortom heel wat ‘kleiner’ wildlife. Maar…..geen beren.
Na een tijdje gaf Ina aan dat ze hoognodig terug moest naar het visitorcentre, omdat ze voelde dat ze diarree kreeg.
Nelleke besloot met haar terug te gaan en de ‘boys’ zouden nog een stukje doorlopen naar het ‘viewpoint’.

Vanaf die plek moest een heel stuk door sneeuw worden gelopen. Soms hoorde je onder de sneeuw het smeltwater doorlopen. Bij elke ‘top’ van het pad dachten we dat we nu bij het viewpoint waren, maar steeds ging het pad weer verder. (Achteraf bleek dat het viewpoint het overzicht ‘áchter’ je was, maar ja, weten wij veel)
Na een behoorlijk inspannende, maar heel mooie wandeling kwamen ‘de boys’ bij Hidden Lake aan. Een mooi overzicht (dat dan weer wel) over een meer in een dal, waar je vanaf de weg absoluut geen zicht op kreeg. Vandaar de naam.
Onderweg zagen we nog wat bighorns, heel veel squirls en marmotten, maar……geen beren.

Teruglopen gaat altijd gemakkelijker. Onderweg waren we nog getuige van een ontmoeting van 2, zo te zien, ervaren ‘hikers’ met een langharige bok, precies op een richel, vlak boven ons. De hikers kwamen naar beneden en de bok keek ze na. Achteraf bleken het 2 mannen te zijn die met heel professionele apparatuur plaatjes schoten van dieren in het wild, want een tijdje later stonden ze met een gigacamera foto’s te maken van een moedergeit en een kleintje.

Vlak bij het bezoekerscentrum zaten Nelleke en Ina op de boys te wachten, terwijl ze zaten te genieten van een groepje bighorns, die vlak voor hen aan het grazen waren.

Ze hadden trouwens tijdens het wachten het ook nog even aan de stok gehad met een raaf, die op de auto zat (te loeren naar de koelbox). De dames hebben de koelbox voor de veiligheid maar in de auto gezet en als beloning poepte de raaf eens flink op de auto.

Het was inmiddels al 7 uur ’s avonds en het werd tijd om terug te gaan naar Fort McLeod. We reden naar de uitgang van het park en hadden nog steeds….geen beer gezien.

Plotseling ontstond er beroering in de auto: een wildjam!!!!! Zou het dan toch?!?!?!?
En ja hoor, kort ‘onder’ ons was een jonge beer (1 of 2 jaar oud) heerlijk aan snoepen van de besjes aan de struiken. Prachtig gezicht zo’n dier.
Ondertussen keken we steeds om ons heen of moeder niet ook in de buurt was, maar die hebben we niet gezien. Na ‘tig’ foto’s te hebben geschoten zijn we weer verder gegaan. Het ‘model’ was trouwens ook verder gegaan, de bosjes in, dus het uitzicht was ook niet meer zo denderend.

Onderweg hebben we nog kunnen nagenieten van alle dieren die we gezien hadden en ook nog kunnen genieten van het landschap van Alberta.
Leo bestelde telefonisch in Fort McLeod een paar afhaalpizza’s. Die we later bij Arie thuis genuttigd hebben. Lekker hoor!
Na afloop hebben we genoten van een concert van Arie op zijn ‘nieuwe’ orgel. Dat heeft hij vorig jaar besteld in Nederland, een echte Johannes orgel.
Het orgel heeft maar liefst 3 klavieren, een voetenklavier, en aan beide zijden een grote hoeveelheid registers.
Het orgel beschikt over prachtige samples en het lijkt wel een wonderorgel.

Na het mooie concert, waarbij Arie ook heel veel mogelijkheden van het orgel liet horen, zijn we teruggereden naar Monarch.
Onderweg begon het aan alle kanten flink te lichten, dus er was zwaar weer op komst.
Thuis gekomen zijn we moe en voldaan naar bed gegaan en zijn we als een blok in slaap gevallen.

31 juli – Monarch, Alberta

 

Vanochtend zijn we heel vroeg opgestaan. De wekker stond op 5 uur. We hadden afgesproken om Arie om een uur of 6 op te pikken, dus hadden we de tijd om rustig aan te doen.
Dat liep eventjes iets anders toen bleek dat de reservehuissleutel niet in de garage hing. We gingen namelijk met de truck waar geen huissleutel aan de sleutelbos zat en Leo moest nog even binnen zijn. Eerst zoeken met z’n vieren en toen Jolanda maar uit bed gebeld. Gelukkig had zij er nog een en met een vertraging van zo’n 15 minuten vertrokken we.

Arie zat al in de startblokken, dus Fort McLeod lag al snel achter ons. Om half 8 reden we over de grens (die om 7 uur opengaat…..het hek wordt dan open gedaan!!!!) en we waren wonderbaarlijk snel klaar bij de douane. Normaal moet je uitstappen, papieren invullen, etc. (een half uur bij elkaar) maar deze keer moesten we, in de auto, een paar vragen beantwoorden en werd ons al een fijne dag toegewenst.
Zo kwamen we dus mooi op tijd in St Mary (onze jongens raden het al)……ons adres voor een traditioneel ontbijt. Dit keer geen buffet (dat doen ze niet meer), maar gewoon op een bank rond een tafeltje. Heerlijk!!! Ina een two-egg breakfast met bacon en Henny een Canadian Mountain Man: 2 eieren, bacon, Canadese ham én 2 pancakes (wel gedeeld met Ina hoor!!!).
Na dit heerlijke ontbijt zijn we het park ingereden, hoopvol om vandaag een paar beren te zien.

Bij de Sunrift Gorge zijn we even gestopt om het snelstromende water te zien. Een man vertelde ons dat een stukje verderop een mooie waterval was. Wij dus het bos in, maar op een gegeven ogenblik merkten we dat we steeds verder van de rivier afkwamen. We hoorden hem haast niet meer. Dus terug….en plotseling stak voor ons een hert het pad over. Het maakte een ‘omtrekkende beweging’ door de struiken en kwam achter ons weer op het pad, waar het achteloos verder liep.
Onderweg begon het te regenen, dus maakten we dat we snel bij de truck kwamen.

Op weg naar het visitorcentre (boven aan Logan Pass) kwamen we langs wegwerkzaamheden. De zoveelste keer, want men is overal volop bezig met de weg. Dan wordt gewoon over een aantal kilometers de weg opgebroken en het verkeer stilgelegd en er langs geleid, steeds een richting.
We hoefden niet zo lang te wachten, 10 minuten. Daarna reden we door naar de top, waar het nog steeds goot van de regen. Dus besloten we door te rijden, in de hoop dat het aan de andere kant wellicht wel beter zo zijn.
Helemaal beneden, in het dal, werd het inderdaad beter en zijn we de Trail of the Cedars gaan lopen. Een mooi pad, tussen allemaal cederbomen. Daar ontdekten we een tweetal herten die heerlij in het zonnetje lagen te fourageren.
Na de trail en nog wat stops bij snelstromende rivieren zijn we het Glacier National Park weer uitgereden (aan de Amerikaanse kant) om daar ook wat dingen te gaan bekijken.
O.a. een furtraid zaak (bonthandel), met heel veel indiaanse spullen. Ook zijn we doorgereden naar Kalispel en Whitefish, twee plaatsen kort buiten het park.
Hier hebben we geluncht bij Subway, waarna we weer teruggereden zijn naar het Glacier NP. Ons hoofddoel was namelijk het dorpje West-Glacier, waar ze heerlijke ijsjes hebben.
Dus zodra we daar waren zijn we haast de winkel in gerend waar je die ijsjes kunt kopen.
Leo en Henny waren optimistisch en namen een ‘double scoop’ (in Nederlands vrij vertaald: twee balletjes). Dit leverde heel wat hilariteit op in de winkel en later kwamen mensen naar ons toe om te bedanken dat we het besteld hadden, want dan wisten zij zeker wat ze ‘NIET’ moesten bestellen.
Het ijsje was, laten we het maar zo zeggen:…..quite SAS. (zie foto).
Toen we het buiten op aten hadden we nog bijkijks. Maar Lekker!!!!!!

Ina gaf later aan dat ze zich niet zo lekker voelde. Kramp in haar buik, ‘winderigheid’. Maar verder ging alles goed.
Na ons ijsintermezzo reden we weer verder het park in. We zijn o.a. gestopt bij de plaats waar we jaren geleden met onze kinderen in de snelstromende rivier hebben gezwommen. Dit keer noodde de temperatuur (buiten, 24 gr.C. en ook de watertempera-tuur) ons niet uit om er in te duiken.

Trouwens, we hadden nog steeds geen beer gezien.

Na een paar stops zijn we weer naar boven gereden, de Logan Pass, terug naar het visitorcentre. Van daaraf is er een wandeling mogelijk naar Hidden Lake (verborgen meer). Een meer dat we 2 jaar geleden vanuit de helikopter hebben gezien. Nu leek het ons leuk om daar naartoe te wandelen.
Het was behoorlijk druk bovenaan de pas en het weer was prachtig, dus besloten we de korte wandeling te doen (3 mijl) naar het ‘overviewpoint’.
Onderweg ontdekten we een kudde bighorns (dikhoornschapen), kleine squirls (eekhoorntjes), een marmot (die ruzie had met een kraai), kortom heel wat ‘kleiner’ wildlife. Maar…..geen beren.
Na een tijdje gaf Ina aan dat ze hoognodig terug moest naar het visitorcentre, omdat ze voelde dat ze diarree kreeg.
Nelleke besloot met haar terug te gaan en de ‘boys’ zouden nog een stukje doorlopen naar het ‘viewpoint’.

Vanaf die plek moest een heel stuk door sneeuw worden gelopen. Soms hoorde je onder de sneeuw het smeltwater doorlopen. Bij elke ‘top’ van het pad dachten we dat we nu bij het viewpoint waren, maar steeds ging het pad weer verder. (Achteraf bleek dat het viewpoint het overzicht ‘áchter’ je was, maar ja, weten wij veel)
Na een behoorlijk inspannende, maar heel mooie wandeling kwamen ‘de boys’ bij Hidden Lake aan. Een mooi overzicht (dat dan weer wel) over een meer in een dal, waar je vanaf de weg absoluut geen zicht op kreeg. Vandaar de naam.
Onderweg zagen we nog wat bighorns, heel veel squirls en marmotten, maar……geen beren.

Teruglopen gaat altijd gemakkelijker. Onderweg waren we nog getuige van een ontmoeting van 2, zo te zien, ervaren ‘hikers’ met een langharige bok, precies op een richel, vlak boven ons. De hikers kwamen naar beneden en de bok keek ze na. Achteraf bleken het 2 mannen te zijn die met heel professionele apparatuur plaatjes schoten van dieren in het wild, want een tijdje later stonden ze met een gigacamera foto’s te maken van een moedergeit en een kleintje.

Vlak bij het bezoekerscentrum zaten Nelleke en Ina op de boys te wachten, terwijl ze zaten te genieten van een groepje bighorns, die vlak voor hen aan het grazen waren.

Ze hadden trouwens tijdens het wachten het ook nog even aan de stok gehad met een raaf, die op de auto zat (te loeren naar de koelbox). De dames hebben de koelbox voor de veiligheid maar in de auto gezet en als beloning poepte de raaf eens flink op de auto.

Het was inmiddels al 7 uur ’s avonds en het werd tijd om terug te gaan naar Fort McLeod. We reden naar de uitgang van het park en hadden nog steeds….geen beer gezien.

Plotseling ontstond er beroering in de auto: een wildjam!!!!! Zou het dan toch?!?!?!?
En ja hoor, kort ‘onder’ ons was een jonge beer (1 of 2 jaar oud) heerlijk aan snoepen van de besjes aan de struiken. Prachtig gezicht zo’n dier.
Ondertussen keken we steeds om ons heen of moeder niet ook in de buurt was, maar die hebben we niet gezien. Na ‘tig’ foto’s te hebben geschoten zijn we weer verder gegaan. Het ‘model’ was trouwens ook verder gegaan, de bosjes in, dus het uitzicht was ook niet meer zo denderend.

Onderweg hebben we nog kunnen nagenieten van alle dieren die we gezien hadden en ook nog kunnen genieten van het landschap van Alberta.
Leo bestelde telefonisch in Fort McLeod een paar afhaalpizza’s. Die we later bij Arie thuis genuttigd hebben. Lekker hoor!
Na afloop hebben we genoten van een concert van Arie op zijn ‘nieuwe’ orgel. Dat heeft hij vorig jaar besteld in Nederland, een echte Johannes orgel.
Het orgel heeft maar liefst 3 klavieren, een voetenklavier, en aan beide zijden een grote hoeveelheid registers.
Het orgel beschikt over prachtige samples en het lijkt wel een wonderorgel.

Na het mooie concert, waarbij Arie ook heel veel mogelijkheden van het orgel liet horen, zijn we teruggereden naar Monarch.
Onderweg begon het aan alle kanten flink te lichten, dus er was zwaar weer op komst.
Thuis gekomen zijn we moe en voldaan naar bed gegaan en zijn we als een blok in slaap gevallen.

 

Foto’s